Praktijkvoorbeelden
icoon instrumenten

Merlijn Slothouber – Taal doet meer

Taal doet Meer is een vrijwilligersorganisatie in Utrecht die tot doel heeft om jonge en oude anderstalige Utrechters beter toe te rusten om mee kunnen draaien in de samenleving. Voor ouders heeft Taal Doet Meer twee projecten lopen: Lezen en Praten met je kind en Taal & Ouders. 

Beschrijving

Taal doet Meer is een vrijwilligersorganisatie in Utrecht, waarbij meer dan 900 vrijwilligers zich inzetten voor Meer Taal  zodat jonge en oude anderstalige Utrechters beter zijn toegerust om mee kunnen draaien in de samenleving. Merlijn Slothouber is senior projectleider jeugd en zet zich al tien jaar in voor het bereiken van gelijke kansen voor gezinnen met een achterstand in het Nederlands. Onder het thema jeugd vallen onder andere de VoorleesExpress, School’s cool, Taalmentoraat, Taal & Toekomst en Huiswerkhulp Utrecht.

Taal als middel

Merlijn: “Utrecht zien we als inclusieve stad: iedereen krijgt gelijke kansen om mee te doen, van jong tot oud. Taal is het middel, maar het doel is dat iedereen zijn kans kan pakken in de samenleving. Bij jeugd gaat het om taalontwikkeling en voorlezen van het jonge kind. De inzet bij de oudere kinderen is plezier krijgen in taal, hulp bij huiswerk en talentontwikkeling. Ook hier is taal het middel tot onderwijskansen en een brede algemene ontwikkeling.”

Projecten voor ouders

De jeugd zelf en ouders zijn voor Taal Doet Meer onlosmakelijk verbonden en allebei een belangrijke doelgroep voor de projecten. Voor ouders heeft Taal Doet Meer twee projecten lopen: Lezen en Praten met je kind en Taal & Ouders. 

Lezen en praten met je kind

Het doel van dit project is tweeledig en gericht op het stimuleren van de (taal)ontwikkeling van kinderen en ouders in gezinnen met beperkte Nederlandse taal of meertaligheid. Door uit te wisselen in ouder-kind groepen, kan er op een laagdrempelige manier worden aangesloten bij de leefwereld en de vragen van ouders. Bij de groepen wordt door een vrijwillige taalcoach gepraat met ouders over onderwerpen omtrent opvoeding en  de taalontwikkeling van het jonge kind. Dit wordt gedaan aan de hand van taallesbrieven, zodat ouders nieuwe woorden leren die ze kunnen gebruiken in de praktijk. Voorbeelden zijn brieven over het consultatiebureau, veiligheid in en om het huis, voorlezen, spelen of de tandarts. 

Taal & Ouders

Wekelijks zijn er taalgroepen van ouders die les krijgen op de school van hun kind. De taallessen zijn gekoppeld aan thema’s die te maken hebben met de (schoolse) ontwikkeling van kinderen. Ouders dragen ook zelf thema’s aan. In de lessen wordt gewerkt aan de  taalontwikkeling van ouders en tegelijkertijd worden ze in hun eigen kracht  gezet. 

Merlijn: “Bij het project Lezen en Praten met je Kind worden er activiteiten georganiseerd, vooral om kennis uit te wisselen met elkaar over opvoeding in combinatie met de taalontwikkeling. Ouders worden gevraagd wat ze willen weten en welke kant ze op willen. Kenmerkend van de aanpak is een positieve benadering: Wat gaat goed, wat doen ze al met taal en wat zouden ze nog meer willen weten? Deze benadering voelt goed voor ouders omdat er ook naar hen geluisterd wordt.  De vrijwilliger bouwt vanuit betrokkenheid een vertrouwensband op,. Dan is het makkelijker om schaamte of onzekerheid te delen. Het gaat vooral om de dialoog en de inhoud van die dialoog, de taallesbrieven zijn daar ondersteunend bij. De nieuwe woorden die de ouders leren zorgen voor empowerment om bijvoorbeeld over moeilijke thema’s te kunnen praten bij de huisarts..”

“Bij het project Taal & Ouders zijn vrijwilligers helemaal vrij om hun lessen in te vullen, ze doen dat samen met de ouder. Ouders hebben bijvoorbeeld een specifieke vraag over het onderwijs van hun kind. De vrijwilligers helpen de ouders om de vraag om te zetten in een gesprek met school. Vaak wordt er in thema’s gewerkt en sluiten de lessen aan bij wat er allemaal op de school gebeurt. Ouders willen graag op de hoogte zijn van het reilen en zeilen op school. Door in hun eigen groep Taal&Ouders te oefenen met de Nederlandse taal, kunnen ze van elkaar leren en zijn ze verbonden met elkaar.”

Wat doen ouders al

Ouders met een taalachterstand in het Nederlands zijn vaak onzeker in het contact met de school. Door intensief samen te werken met andere organisaties en (basis)scholen in Utrecht ondersteunt Taal Doet Meer ouders, zodat ouders zowel aan hun eigen taalontwikkeling kunnen werken, als aan de begeleiding van hun kind. Merlijn: “Uit een onderzoek ’bij de Taalversterkers (Universiteit Utrecht), bleek dat ouders soms denken dat ze hun kind niet kunnen helpen omdat ze de Nederlandse taal zelf niet voldoende beheersen. Als je in gesprek gaat met ouders ontdekken ze dat ze  meer kunnen doen dan ze denken, zoals afspraken met je kind maken over huiswerk of ander onderwijsondersteunend gedrag.”

Op het niveau van de ouder

In alle projecten probeert Taal Doet Meer samen op te trekken met ouders. Merlijn: “Dat is voor ons ook educatief partnerschap – samen met de ouders de programma’s invulling geven. Wat is het verhaal van de ouder? Wat voor doel hebben ze voor zichzelf en voor hun kind? Dan kan je ook bepaalde verwachtingen van ouders ondervangen. We zien dat sommige ouders bijvoorbeeld prestatiegericht zijn, terwijl het kind of de school een ander idee heeft over de toekomstmogelijkheden. In gesprek met elkaar streven we ernaar dat ouders, school en kind elkaar beter begrijpen. De vrijwilliger speelt hierin een enorm belangrijke rol.” 

Rol van de vrijwilligers

De vrijwilligers van Taal Doet Meer werken als taalcoach, voorlezer, coach of thuismentor.  Ook de coördinatie wordt door vrijwilligers gedaan.  Projectmedewerkers en projectleiders van de organisatie faciliteren de vrijwilligers: zij organiseren trainingen en zorgen voor goede samenwerking in de stad Merlijn: “Omdat je merkt dat ouders bepaalde behoeften hebben, is het enorm van belang om vrijwilligers goed te trainen in hoe ze moeten aansluiten bij de doelgroep door middel van dialoog en gesprekstechnieken. Ook trainen we vrijwilligers om een positieve draai te geven aan het werk wat ze doen door vooral te kijken naar krachten en talenten van ouders en te kijken wat ze al kunnen en hierop voort te borduren. We zagen eerder dat vrijwilligers  ouders wel eens onderschatten in wat ze kunnen, de verwachting die een vrijwilliger heeft van een ouder is cruciaal. De professionalisering van de vrijwilligers bestaat uit:

•    niet denken in ‘/ wij/zij’, we hebben allemaal talenten en belemmeringen.
•    positief en open communiceren naar ouders; vragen stellen,
•    bewust zijn van hun eigen cultuur en beeld bij ouders. 

We willen namelijk dat ouders zich gezien voelen. Een mooi voorbeeld hiervan is een training voor vrijwilligers, ‘Partnerschap met Ouders’ die gaat over hoe je om kan gaan met ouders met een taalachterstand. Deze training hebben we van begin tot eind sámen met ouders ontwikkeld. Zo sluiten we niet alleen aan bij de behoefte van de ouder, maar maken we tegelijkertijd gebruik van de kennis, ervaring en ideeën van ouders. Hoe empowering is dat voor ouders, als ze op die manier gezien worden?”

Meer lezen over Taal Doet Meer? Bekijk de website: www.taaldoetmeer.nl

Tips voor de praktijk

• Ben je als professionals bewust van je eigen verwachtingen en beelden van ouders en onderschat ouders niet.  

• Als je samenwerkt met ouders, kun je aansluiten bij de behoeften van de ouders en tegelijkhertijd gebruik maken van hun kennis, ervaring en ideeën. 

Ga naar praktijkvoorbeeld