Literatuur
icoon instrumenten

Het plot en het gedrag van personages bij interactief voorlezen

Wat is het effect van ouders trainen in interactief voorlezen en hen dan te laten focussen op het plot en de socio-cognitieve thema's in het verhaal? Dit onderzoek laat zien dat jonge kinderen het verhaal beter begrepen, een verhoogde woordenschat ontwikkelden rondom emoties en het verhaal beter aan zichzelf konden linken.

Inhoud

Aspecten van interactief voorlezen

Het is bekend dat het stimuleren van interactief voorlezen bijdraagt aan de vroege taalontwikkeling van kinderen, met name hun woordenschat breidt zich daardoor snel uit. Wat minder bekend is, is of het nog uitmaakt hoé ouders het interactief lezen aanpakken, of dat het alleen gaat om het regelmatig doen. In deze studie onderzoeken de auteurs het effect van focus op het plot van het verhaal en de socio-cognitieve aspecten van de personages. Beide aspecten zijn belangrijk voor een goed begrip van het verhaal en het begrijpen / onder woorden brengen van emoties en sociaal-cognitieve handelingen.

Training van ouders

Om deze aspecten goed te kunnen onderzoeken, hebben de auteurs twee groepen ouder-kind paren in vier weken tijd vier verhalen laten voorlezen. De kinderen waren gemiddeld 4 - 4,5 jaar oud (de ouders gemiddeld 32 tot 25 jaar) en kwamen uit gezinnen met een lage sociaal-economische situatie. De ouders in de experimentele groep kregen een workshop waarin werd uitgelegd hoe ze tijdens het voorlezen konden focussen op de plot en socio-cognitieve aspecten. De ouders in de controlegroep kregen deze training niet en lazen alleen voor op hun eigen manier.

Beter verhaalbegrip en woordenschat rondom socio-cognitieve thema's

Uit de resultaten bleek dat de kinderen van de ouders die focusten op de plot en de socio-cognitieve aspecten van de personages, beter in staat waren om het plot van het verhaal te volgen, een betere woordenschat hadden ontwikkeld die sociaal-cognitieve en -emotionele onderwerpen uitdrukte en dat ze het verhaal en zijn personages ook aan hun eigen sociaal-emotionele staat konden relateren. De onderzoekers concluderen dan ook dat de basis van interactief voorlezen, zoals het stellen van open vragen, herhalen en woorden uitleggen, verrijkt kan worden door op de aspecten in dit onderzoek te focussen.

Aanbevelingen

Het is goed om bij interactief voorlezen niet alleen te letten op het stellen van open vragen en het uitleggen van woorden, maar ook om te letten op de plot van het verhaal en het uitleggen van gedrag van de personages. Dat kan met de volgende tips.

1. Laat, na het voorlezen, alleen een paar plaatjes zien uit het boek (maak bijvoorbeeld kopieën) en vraag of het kind deze op de goede volgorde kan leggen. Wat gebeurde er eerst, en wat kwam er toen?

2. Stel vragen over het gedrag van personages, met name als ze aangeven iets te denken. Waarom doet een bepaald personage wat hij doet? Heeft dat bijvoorbeeld te maken met andere personages? Of alleen met hemzelf?

3. Vraag wat een kind zou doen als hij het personage was. Op die manier kan een kind het gedrag van het personage vergelijken met zijn/haar eigen gedrag of met zijn/haar eigen gevoelens/gedachten.

4. Vraag of het kind het verhaal kan navertellen met behulp van een paar vragen die je van tevoren bedenkt.

Ga naar artikel