1. 1. Hoe besteden jullie aandacht aan het versterken van de kennis en vaardigheden van ouders over de (taal)ontwikkeling van hun kind(eren)?

2. • Als je de kennis en vaardigheden van ouders versterkt, heeft iedereen daar baat bij: ouders krijgen meer zelfvertrouwen en de organisatie heeft meer betrokken ouders. Dit leidt tot een betere (taal)ontwikkeling van de kinderen.
   • Onze opvang gaat in gesprek met ouders en samen bepalen we welke kennis en vaardigheden belangrijk zijn en welke vaardigheden ouders willen versterken.
   • We gaan ervan uit dat iedere ouder goed is zoals hij is en zien het niet als onze taak de kennis en vaardigheden van ouders te versterken.
   • We vinden het belangrijk dat ouders die aangeven hier behoefte aan te hebben via ons de kans krijgen hun kennis en vaardigheden te versterken.

3. 2. Op welke manier krijgen jullie een beeld van hoe ouders thuis de ontwikkeling van hun kind stimuleren?

4. • We praten veel met ouders, bijvoorbeeld bij het brengen en halen, met als doel ze op die manier te leren kennen.
   • We gebruiken zo veel mogelijk ingangen om ouders te leren kennen, bijvoorbeeld via feesten en thema-avonden of via de Ouderraad en de oudercontactpersoon.
   • Bij tien-minutengesprekken krijgen we een beeld van hoe ouders thuis de ontwikkeling van hun kind ondersteunen.
   • We vragen onder andere informatie op bij andere instellingen, zoals het consultatiebureau.
   • We vragen ouders in ouderbijeenkomsten naar hoe het thuis gaat aan de hand van voorbeelden.
   • Als ouders iets vertellen over de ontwikkeling van het kind, haken we hier op in.

5. 3. Is taalontwikkeling en het stimuleren van de taalontwikkeling van het kind onderwerp van gesprek in het dagelijks contact met ouders?

6. • Nee, dat komt niet aan bod.
   • Ja, indien aan de orde vertel ik bijvoorbeeld grappige uitspraken van het kind.
   • Ja, ik vertel welke boekjes we hebben gelezen of welke liedjes we hebben gezongen.
   • Ja, ik geef ouders tips hoe ze kunnen aansluiten op de boekjes, liedjes en spelletjes die we hier doen.
   • Ja, we besteden aandacht aan het belang van interactie tussen ouder en kind op ieder moment van de dag.
   • Ja, ik vraag de ouder naar wat het kind thuis allemaal zegt.
   • Ja, ik vraag in welke taal het kind thuis spreekt en hoe de taalontwikkeling thuis verloopt.

7. 4. Op welke manier stimuleert u ouders om thuis ook aandacht aan de taalontwikkeling te besteden?

8. • We geven informatie over het programma op de opvang en hoe ouders daar thuis op kunnen inhaken, bijvoorbeeld door boekjes, liedjes en tips voor activiteiten mee naar huis te geven.
   • We bespreken met ouders de ontwikkeling van hun kind en geven tips hoe ze hem of haar kunnen helpen ontwikkelen.
   • We zetten een oudercomponent van een VVE-programma in om de vaardigheden van ouders te versterken.
   • We organiseren een ouderbijeenkomst over de taalontwikkeling met daarin bijvoorbeeld aandacht voor interactie en voorlezen.
   • We besteden niet expliciet aandacht aan hoe ouders thuis aan de taalontwikkeling van hun kind kunnen werken.
   • We vertellen ouders dat het belangrijk is om thuis (taal)activiteiten te doen.
   • We geven informatie over hoe ouders met hun kinderen interactief kunnen voorlezen, bijvoorbeeld dat je vragen kunt stellen over de personages in het boek of dat je aan woordenschat kunt werken.

9. 5. Welke onderwerpen bespreekt u met ouders als het gaat over de opvoeding van hun kind?

10. • We bespreken allerlei onderwerpen, zoals een gezonde levensstijl en de sociaal-emotionele, cognitieve en motorische ontwikkeling van het kind.
    • Wij vinden niet dat het onze taak is om advies te geven over de opvoeding.
    • We bespreken met ouders wat er op de opvang gebeurt rondom deze onderwerpen.

11. 6. Hoe worden ouderbijeenkomsten vormgegeven?

12. • We geven ouders informatie over hoe ze hun kind het beste kunnen ondersteunen en stimuleren.
    • We geven ouders concrete tips die ze meteen kunnen doen met hun kind, bijvoorbeeld over taalspelletjes, spelbegeleiding en/of uitstapjes.
    • We doen het voor hoe ouders interactie met hun kind kunnen uitlokken (eventueel met videobeelden), bijvoorbeeld bij een spelletje of bij het interactief voorlezen.
    • We passen de inhoud van de bijeenkomsten aan aan de vraag van de ouders.
    • We organiseren geen ouderbijeenkomsten.

13. 7. Welke onderwerpen bespreekt u als u tips geeft over communicatie en interactie tussen ouder en kind?

14. • Het belang van praten tijdens het verzorgen van het kind en tijdens activiteiten, bijvoorbeeld bij het luier verschonen, bij de was doen of bij een spelletje spelen.
    • De kwaliteit van de interactie van de ouder met het kind, bijvoorbeeld het uitleggen waarom het kind de jas aan moet, in plaats van alleen zeggen dat het moet.
    • De houding van de ouder bij de interactie met het kind, bijvoorbeeld het kind vragen een jas aan te doen in plaats van het te zeggen.
    • Dat er verschillende soorten taal zijn, bijvoorbeeld thuistaal en schooltaal.
    • Het belang van het spreken van de moedertaal thuis en hoe je meertalige kinderen kunt begeleiden in de opvoeding.
    • We besteden niet expliciet aandacht aan de communicatie en interactie tussen ouder en kind.

15. 8. Wat doet u als communicatie door een taalbarrière moeizaam verloopt?

16. • Dan beperken we ons tot de basisinformatie, zoals informatie over eten en slapen.
    • Dan zetten we een medewerker of ouder in die dezelfde taal speekt.
    • Dan zetten we netwerkpartners van welzijnsorganisaties in.
    • Dan stellen we een individueel gesprek voor.
    • Dan zetten we een tolk in.
    • Dan vragen we de ouder iemand mee te nemen die de taal spreekt.
    • Met handen en voeten komen we er wel.

Tik het bovenstaande woord over om te bewijzen dat u geen robot bent