Dit onderzoek focust op het opzetten van een ouderkindprogramma voor ouders van een culturele minderheid, namelijk Chineestalige ouders in Canada.
Een tweetalig programma
en van de belangrijkste kenmerken van dit programma was dat het volledig tweetalig was opgezet en alle begeleiders dus zowel Mandarijn als Engels spraken. Daarnaast was een belangrijk doel van de cursus om de kennis en het zelfvertrouwen van de ouders vergroten, zodat ze in staat waren om thuis de taalontwikkeling van hun kinderen te stimuleren. De onderwerpen van de bijeenkomsten gingen dan ook over hoe je thuis met je kind kan praten, wat het belang is van tekst en letters thuis en hoe letters in het Engels klinken.
Zelfvertrouwen, zelf Engels leren en andere ouders ontmoeten
Het belangrijkste resultaat van dit onderzoek was dat ouders zich prettig voelden in een omgeving waarbij ze elkaar (ouders onderling) konden begrijpen zonder dat er een taalbarrière was. Het programma had dus ten eerste een duidelijke sociale functie waarin ouders met elkaar ook ervaringen over opvoeden konden uitwisselen. Ook werd de drempel verlaagd om mee te doen aan het programma doordat de begeleiders ook Mandarijn spraken en dezelfde culturele achtergrond deelden met de ouders. Tot slot ontdekten de ouders dat, ondanks dat ze zelf nog weinig Engels spraken, er veel dingen waren die ze wel konden doen om de taalontwikkeling van hun kind te stimuleren, zoals samen lezen in het Mandarijn en geluidsopnames van letterklanken in het Engels beluisteren. Dat laatste was voor een aantal ouders ook een manier om aan hun eigen Engelse taalvaardigheid te werken.